Naar aanleiding van het delen van mijn eigen verleden, het verhaal over mijn jarenlange eetstoornis, vond er een publicatie plaats op VROUW.nl en deze week is mijn verhaal ook te lezen in het tijdschrift Margriet.

Trots ben ik! Klinkt misschien een beetje gek want hoewel het geen verhaal is om trots op te zijn, is het wel een verleden waar ik veel van geleerd heb en in zekere zin ook dankbaar voor ben. Zo diep zinken in verkeerde en eetgestoorde gedachten en handelingen zal mij niet meer gebeuren, dat weet ik zeker. Wel blijft het belangrijk om met de onderliggende problematiek en dat stukje persoonlijkheid dat matchte met mijn eetstoornis, voor altijd anders om te gaan. Dat lukt mij en daar ben ik heel dankbaar voor, voor de handvatten en de kennis die ik nu heb!

Er zijn veel vrouwen — moeders — die zelfs op latere leeftijd nog een eetstoornis ontwikkelen. Dit kan verschillende oorzaken hebben en belangrijk is om te weten dat het heel veel impact heeft, op alles en iedereen die leeft met een eetgestoorde. Het ontwricht een leven, een gezinsleven, alles en iedereen moet wijken voor de eetstoornis. Er is op dat moment geen sprake van een toekomst — je moet leven met de dag, vooruitkijken is bijna niet meer mogelijk.

15879314_1387498864617031_24953114_n

Ik hoop dat mensen die mijn verhaal en dat van andere ex-patiënten lezen, meer begrip krijgen voor de complexiteit van een eetstoornis, zich er in zullen verdiepen als het onderwerp in hun omgeving speelt en het belang van openheid inzien. Dat is namelijk zo ontzettend noodzakelijk! Als er minder taboe op het onderwerp ‘Eetstoornissen’ heerst, zullen mensen op latere leeftijd ook eerder hulp durven vragen. Het hebben van een psychische aandoening en het inschakelen van hulp is nog steeds iets waar men liever niet over praat. En dat terwijl het eigenlijk heel dapper is om hiervoor uit te komen. Het is juist geen zwaktebod maar getuigt van moed en houden van jezelf!

Hoewel ik al tien jaar lang geen eetstoornis meer heb, blijf ik wel perfectionistisch en blijft er altijd iets te wensen over. Inmiddels ben ik een veertiger die af en toe ook nog best wel eens baalt van die 1,63 meter, korte beentjes, blokkuiten en rolletjes die kwamen met de geboorte van mijn twee bloedjes maar nooit meer helemaal zijn weggegaan. Het verschil met het meisje van toen en de vrouw van nu is dat ik het accepteer. Dat is wat ik nu probeer te doen; leven zonder altijd ontevreden te zijn met mijn lichaam. Baalmomenten — mijn eigen ‘Tony’s’ momenten — zijn er zeker wel maar ze worden niet meer gecompenseerd maar geaccepteerd en dat is oké!

Deze week ligt de nieuwe Margriet in de winkel en daarin staat mijn verhaal. Niet zoals ik het eerder op de blog schreef — rauw zoals het was — maar een kort artikel met daarin vooral ‘het waarom ik het deel en wat ik ermee hoop te bereiken’. De redactrice heeft heel goed naar mij geluisterd en mijn verleden en verantwoording mooi verwoord, ik deel het hier dan ook graag:

15841669_1387495357950715_1004604348_n

“Ik was 27 toen ik het ziekenhuis uit liep. De dertien jaar daarvoor leefde ik met een hardnekkige eetstoornis: niet eten, juist heel veel eten en grenzeloos braken. Het was een tijd van veel strijd, verdriet en leugens geweest, maar ik was er nog niet klaar mee. Zelfs — of juist — niet na die vijf maanden intensieve therapie. Omdat ik, zeker in groepstherapie, eerder op anorectische ideeën werd gebracht dan er vanaf raakte. Hoofdoorzaak: ik stond er niet voor open om beter te worden, ik wilde nog niet. Maar er waren wel zaadjes geplant die langzaam mijn gedachten gingen beïnvloeden. Ik had dingen geleerd over mezelf en mijn verleden, waardoor ik op eigen kracht in kleine stapjes mijn eetstoornis de baas werd. Met een zwangerschap als laatste belangrijke zet in de rug. Ik dacht altijd dat ik de kans om moeder te worden had verspeeld, maar nu groeide er toch een klein wezentje in mij. Een afhankelijk wezentje dat maakte dat ik ook goed voor mijzelf moest zorgen. Mijn twee kinderen zie ik als de brengers van mijn gezonde verstand. Zonder hen was ik waarschijnlijk ook ooit wel van mijn eetstoornis afgeraakt, maar zij hebben het proces duidelijk versneld. Ik ben nu net veertig, een leeftijd waarop ik achteromkijk. Dat durf ik nu, want ik weet wat ik zal zien en dat me dat niet meer uit balans brengt. Ik voel me, na de weg die ik heb afgelegd, écht vrouw. Het is een goed moment, denk ik, om open te zijn en te laten zien dat je kwetsbaar opstellen veel goeds kan brengen: begrip, troost, respect. Ik merk dat er nog steeds een groot taboe rust op anorexia, boulimia en alle combinaties van die twee, ook al wordt er over geschreven. Maar het lijkt mij juist zo mooi als ‘gewone’ moeders zoals ik zonder gêne kunnen vertellen over de heftige ziekte die zij overwonnen. En zo — met hun verhaal en gezonde voorkomen — het hoopvolle geluid afgeven dat je ook na een dergelijk verleden nog een heerlijk en gelukkig, eetstoornisvrij leven kunt leiden. Een eetstoornis bij kinderen is lastig te voorkomen. Wel kun je je als ouders inlezen en zorgen dat je de symptomen herkent. En belangrijk is dat je een thuisklimaat creëert waarin je kind zich gewaardeerd voelt en de knuffel en aandacht krijgt waarnaar het zo verlangt — ook al moet je je daar als ouders weleens toe zetten. Mijn eetstoornis is ergens goed voor geweest, daar geloof ik in. Zeker als ik met mijn ervaringen andere ouders en kinderen kan helpen.”

Bron: Margriet nummer 1, januari 2017

Lees ook: Ik was jarenlang mijn eetstoornis …